Het verhaal van Ludimila
Ludimila is het tweede kind uit het gezin dat lepra heeft. Ze raakte besmet door haar oudere broer Oziris. Hij kreeg te laat hulp en verloor daardoor de kracht in zijn handen. Bij Ludimila liep het gelukkig anders.
“Bij mij waren we er gelukkig op tijd bij”
“Oziris kreeg pas in de gaten dat er iets mis was toen zijn oorlellen, handen en voeten begonnen op te zwellen. Zijn vrienden waren heel gemeen tegen hem. Ze noemden hem Fofão. Dat is een lelijke pop met vreemde lichaamsafmetingen uit een oud Braziliaans kindertelevisieprogramma.
In de zelfzorggroep leert mijn broer hoe hij het beste met zijn handicap kan omgaan
Mijn moeder nam mijn broer mee naar het ziekenhuis, maar de dokters wisten niet wat het was. Na vele omzwervingen kwamen ze bij een arts terecht die de symptomen herkende. Oziris had lepra. De arts liet hem meteen met de medicijnkuur beginnen. Helaas was het kwaad al geschied, de kracht in zijn handen was verdwenen.
Oziris kan nu veel dagelijkse dingen niet meer doen. Hij heeft bijvoorbeeld moeite met schrijven, knopen dichtmaken en potten en flessen opendraaien. Dat vind ik heel verdrietig voor hem, en ik help hem waar ik kan. In de zelfzorggroep leert hij hoe hij het beste met zijn handicap kan omgaan. Hij traint nu iedere dag zijn handkracht. Mijn moeder maakt zich ernstige zorgen over zijn toekomst. Hoe moet hij later geld verdienen als hij niet met zijn handen kan werken?”
Het viel mijn moeder zwaar. Nu had ze twee zieke kinderen.
“Een paar maanden na mijn broers diagnose kreeg ik een witte vlek in mijn gezicht. Mijn moeder vertrouwde het niet en we gingen langs bij diezelfde arts. Het was voor hem meteen duidelijk: ook ik had lepra en moest medicijnen slikken. Het nieuws viel mijn moeder zwaar. Nu had ze twee zieke kinderen. Bij mij waren we er gelukkig op tijd bij.”
Ik heb geen verminkingen opgelopen. Daar ben ik zó blij om
“De vlek in mijn gezicht is helemaal weggetrokken, maar het allerbelangrijkste is dat ik geen verminkingen heb opgelopen. Daar ben ik zó blij om. Toch heb ik op school aan niemand verteld dat ik lepra heb. Ik ben bang dat ik ermee gepest ga worden, net als mijn broer. Ik wil dat voorkomen, want ik ga graag naar school. Ik wil later advocaat worden, want ik wil andere mensen helpen.”